Wie laat wie uit…?
Trekken aan de riem #2
Voortbordurend op Trekken aan de riem #1 & naar aanleiding van lezersvragen gaan we dit keer eens inzoomen op het gebruik van een lange (rol)lijn.
Omdat het een enorme toegevoegde waarde kan zijn tijdens wandelingen; voor zowel voor je hond als voor jouzelf.
Ik zal in deze “O, doe je dat zo?!” niet ingaan op de specifieke aanpak van het bijsturen van de intenties van je hond en jullie onderlinge interactie. Daarover kun je lezen in Wie laat wie uit…? Trekken aan de riem #1.
Maar eerst even dit
Voor we verder gaan, wil ik één ding nogmaals heel expliciet benadrukken, omdat het cruciaal is bij het tegengaan van trekken aan de riem.
In deel #1 hebben we namelijk al geconcludeerd dat trekken aan de riem altijd gerelateerd is aan opwinding; direct of indirect.
Het probleem is níet het trekken aan de riem…
Het werkelijke probleem is de opwinding die het trekken veroorzaakt.
Volgens de wet der logica kunnen we vervolgens veilig stellen, dat als je deze oorzaak weet weg te halen, het trekken aan de riem vanzelf zal verdwijnen, bij gebrek aan voedingsbodem.
Heb je ooit een super relaxte hond in de riem zien hangen? Die twee gaan gewoon niet samen.
Je wilt je hond (en jezelf) dus – zoveel mogelijk – in een relaxte gemoedstoestand brengen en houden.
Daar voelt hij zich lekkerder bij & daardoor jij ook.
Hoe?
Een hommage aan de lange lijn
Je relaxt je hond door hem te geven waar hij op dat moment behoefte aan heeft: bewegingsruimte & voldoende gelegenheid (en tijd) om z’n eigen hondending te kunnen doen.
Goed, je moet hem dus ruimte geven om te kunnen bewegen.
Maar dan bedoel ik ook wel ruìmte!
Dus niet de anderhalve meter van een reguliere lijn, maar 8 of 10 meter…!
En dit brengt ons op dat simpele hulpmiddeltje: de lange lijn.
Je kan hiervoor in principe zowel een lange trainingslijn gebruiken, als een Flexi-/rollijn.
Gebruik dat waar jij & je hond zich het lekkerst bij voelen.
Bij de keuze van een rollijn wil je vooral ook letten op de breedte van het lint – gebruik geen koord! Hoe breder het lint, hoe minder kans dat dit in je vingers snijdt als je het vastpakt.
(Ikzelf gebruik een rollijn van 10 meter. En ik gebruik ‘m àltijd & overal!
Op zo’n kleine halve meter, na het begin van de lijn, heb ik een flinke knoop in het lint gelegd, zodat deze niet meer helemaal de box in kan rollen. Op deze manier hangt er altijd een lusje in de lijn, als Ziggy B. naast me staat & zo is er dan geen enkele spanning op de lijn.)
De spelregels
Uitgaande van een optimaal gebruik van een rollijn – het gebruik van een trainingslijn is vrijwel identiek – gelden er een paar simpele regels, waar je je aan houdt.
Wanneer je ze heel consequent & structureel toepast, dan is de kans groot dat wandelingen heerlijk ontspannen zullen verlopen, voor jullie allebei.
1. De blokkeerknop
De blokkeerknop – waarmee je verhindert dat de lijn verder uitrolt – gebruik je uitsluitend in noodgevallen, of als je persé heel even de aandacht van je hond wilt vragen.
Dus alléén als hij een ongemak of een gevaar dreigt te gaan vormen voor jou, je omgeving of zichzelf gebruik je deze knop.
Als je met een lange trainingslijn werkt, dan zorg je evoor dat er geen spanning op de lijn staat. Maar je wilt niet zóveel ruimte laten ontstaan, dat je de lijn niet meer kan gebruiken om contact te maken met je hond.
2. Handel alsof hij los loopt
Al jouw aanwijzingen verlopen verbaal & met je lichaamstaal.
Realiseer je dat het hiervoor noodzakelijk is, dat je wezenlijk contact maakt en houdt met je hond…!
Afhankelijk van de situatie gebruik je, in combinatie met jouw verbale & non vebale communicatie, de lijn (niet de blokkeerknop) om zo nodig bij te sturen en de focus van de hond naar jou te brengen. Met een heel kort “rukje” – alsof je iemand aan z’n T-shirt trekt, wiens aandacht je wilt.
3. Geef je hond alle ruimte
Alle ruimte die je hem – uiteraard veilig – kan geven. En als dat 10 meter is, dan geef je hem 10 meter.
Als dit slechts 2 meter is – soms is het niet anders – dan zoek je hierna een plekkie op, waar hij heel even de spanning van zojuist van zich af kan schudden. Laat hem lekker naar een struik verderop dribbelen en daar uitgebreid snuffelen.
Je zal merken dat hij zich hierna beter voelt, iets meer ontspannen.
4. Time-out inlassen
Neemt je hond direct de volle lijn en begint hij alsnog te trekken? Zoek dan zo snel mogelijk een rustige plek, met voldoende ruimte voor je hond om wat te snuffelen, en blijf daar stilstaan.
Terwijl je geduldig wacht, zeg je nauwelijks wat, maar geeft hem een paar meter van de riem & wacht rustig af.
In het begin zal hij misschien rusteloos heen & weer drentelen, maar dat is prima. Laat hem maar.
Blijf gewoon staan wachten tot de storm weer wat gaat liggen.
En zodra je ziet dat zijn energie weer wat gedaald is, vervolg je je weg.
Let op
Wacht niet te lang, timing is hierbij echt alles; seconden tellen. Want als je te lang wacht kan/zal dat z’n ongeduld en z’n opwinding weer voeden & kan je weer van vooraf aan beginnen…!
Zeker in het begin zal je merken dat je dit soms meerdere keren tijdens een wandeling moet doen.
Wees geduldig en maak je niet druk.
5. Stijgende opwinding temperen
Corrigeer de opwinding van je hond niet pas op het hoogtepunt ervan (wat – als het al lukt – veel meer moeite en inspanning kost). Temper de stijgende opwinding – in wat voor vorm ook – bij het eerste de beste signaal.
Een nerveus piepje, een beginnende blaf, een gespannen lichaamshouding, een gefocuste blik, dit alles wil je afremmen.
Heel vriendelijk en rustig, zonder enige frustratie, maar wel resoluut & met een onwankelbare standvastigheid.
Wat je wilt communiceren is: “Nee lieverd, ik zie wat je van plan bent, dus stop er maar meteen mee! Einde discussie”.
Wat je ook doet, houd altijd in je achterhoofd: de kern van wat je wilt is ontspanning…!
Goed om te weten!
Het lopen met een lange lijn vraagt veel meer van ons, dan een wandeling met een korte riem.
Het betekent namelijk, dat je je voortdurend bewust moet zijn van wat zich om je heen afspeelt. (Ook achter je!)
Je wilt kunnen anticiperen op mogelijke probleemsituaties, zodat je die kan voorkomen. Je zal daarom met je volledige aandacht in het “hier & nu” moeten zijn.
Verder wil je alert zijn op de (lichaams-)taal van je hond. Want er zullen zich situaties voor gaan doen, waarbij je zijn intenties/gedrag in een heel vroeg stadium bij wilt kunnen sturen.
(Als hij aan de overkant van de straat een kat ziet, wil je niet dat hij zomaar oversteekt…!)
Tegelijkertijd wil je zo min mogelijk concessies hoeven doen aan de bewegingsvrijheid van je hond.
En in de praktijk komt dat vaak neer op vertrouwen. Vertrouwen in je hond, in jezelf & in het contact dat jullie samen hebben.
En dat kan alleen gevoed worden, als jij “gecalculeerde risico’s” durft te nemen.
Experimenteer & leer!
Kortom: het werken met een lange (Flexi-)lijn vergt absoluut enige oefening.
En je zal ongetwijfeld foutjes maken, waarvan je weer zal leren.
Maar die moeite weegt zonder énige twijfel ruim op tegen de voordelen voor jou & je hond en jullie onderlinge band.
Dus lang leve de lange lijn…!
Veel sukses!