Valt je hond uit aan de riem?
8 Praktische tips.
Aan de riem uitvallen naar andere honden of mensen is een veel voorkomend probleem.
Niet leuk voor het “slachtoffer” & niet leuk voor jou. Maar ook niet voor je hond. Want die doet het, omdat hij zich niet prettig voelt in deze situatie.
In deze “O, doe je dat zo?!” 8 praktische tips, waarmee je het leven van je hond (en van jouzelf) weer een stukje leuker kan maken…!
Je kan een probleem pas oplossen
als je de oorzaak weet
In de meeste gevallen komt uitvallen aan de riem voort uit onzekerheid en/of frustratie.
Doordat je hond aan de riem zit, wordt hem de mogelijkheid tot vluchten – of met een boogje om de andere hond heenlopen – ontnomen. En in zo’n situatie is de “aanval” de beste verdediging.
Als je hond gefrustreerd is, doordat hij last heeft van opgekropte spanning, dan is het voor hem een gelegenheid om deze stress te ventileren door uit te vallen.
Hoe dan ook speelt opwinding een alles bepalende rol in het uitvallen. Een relaxte hond voelt die behoefte simpelweg niet.
Al onze acties zullen er dan ook op gericht moeten zijn, om oplopende spanning te temperen.
En dat doen we vooral door onze hond niet in een situatie te dwingen, waar hij helemaal niet in wil zitten.
Want dat is precies wat we, vaak zonder ons daar bewust van te zijn, geneigd zijn te doen: onze hond in een voor hem ongewenste positie manouvreren…
8 praktische tips tegen het uitvallen
1. Plaats je hond niet zomaar in een situatie, waarvan je weet dat hij die niet prettig vindt.
Wij mensen zijn soms geneigd om de grenzen van onze hond te negeren, omdat “hij moet leren dat er niets engs is”.
En om hem dat te kunnen laten ervaren, confronteren we hem vaak met zijn onzekerheden of angsten. Heel direct & zonder enige vorm van overleg met hem.
Geloof me: daar leert hij helemaal niks van.
Angst blokkeert…
Het enige dat je bereikt, is dat hij de hele situatie steeds enger gaat vinden, elke keer dat hij ermee geconfronteerd wordt.
Zijn angst zal zijn vermogen om te kunnen afwachten en rustig te observeren blokkeren. En in die zin werkt deze benadering over het algemeen alleen maar averechts. Je draagt dan bij tot het probleem, in plaats van de oplossing.
Zoek de comfort zone
Als je je hond wilt helpen om voorbij z’n onzekerheden te komen, dan is het belangrijk om te onderzoeken wat in die situatie de “comfort zone” van je hond is; de afstand die hij nodig heeft om zich nog (voldoende) prettig te voelen in deze setting.
Nú kan hij observeren en leren…!
En gedurende dit proces help jij hem actief om te kalmeren & kalm te blijven.
De grenzen van deze comfort zone wil je in de loop van de tijd, rustig aan, steeds een stukje verder verleggen. Waarbij je voortdurend monitort hoe je hond zich voelt & je zijn grenzen volledig respecteert.
Het enige wat je niet wilt, is dat hij zich verder terugtrekt dan de grens van z’n veilige zone.
Afstand nemen is prima; “vluchten” niet!
Wat je wilt is dat je hond zich veilig voelt in jouw nabijheid. Dat hij weet, dat jij weet, dat hij weet.
Dat hij bij jou z’n grenzen kan aangeven & dat jij die herkent en respecteert.
Alleen zo geef je hem het vertrouwen, om z’n eigen grenzen te gaan verleggen, bij dingen die hij spannend vindt. In z’n eigen tempo, op z’n eigen manier.
En het enige wat jij doet is hem hierin aanmoedigen. En hem steunen, wanneer dat nodig is. (Wat overigens niet hetzelfde is als “troosten”.)
En als hij in de stress schiet, dan help jij ‘m weer te kalmeren.
2. Herken wat je hond communiceert.
Je hond communiceert voortdurend, naar jou & naar z’n omgeving.
Als je weet waar je op moet letten, dan vertelt-ie je van moment tot moment hoe zich voelt & wat hij van plan is.
Om als team te kunnen opereren is het essentieel, dat jij begrijpt wat hij bedoelt.
En daarvoor is het noodzakelijk dat jij je verdiept in zijn (lichaams-)taal, zijn instinctieve behoeften en “hondenrituelen”.
Zonder dat inzicht blijft er altijd een barrière tussen jou en je hond. En die vormt een bron voor wederzijdse misverstanden en problemen…!
Je wilt weten wat je hond je op bepaalde momenten vertelt. Zodat je jouw keuzes hierop kan aanpassen, zodat de situatie anders verloopt, zodat je hond zich veilig voelt bij jou en jullie de wandeling ontspannen kunnen voortzetten.
Als jij hem begrijpt & hij jou en als jullie dat van elkaar weten, dan ben je een team.
3. Handel naar wat je hond je vertelt.
Zoals ik in het vorige punt al opmerkte, is het van belang dat je handelt naar je inzichten.
Als jij ziet/voelt dat er een ongewenste situatie zou kunnen ontstaan, omdat je hond dat aangeeft, dan is het aan jou, om die beslissingen te nemen, die ervoor zorgen dat de spanning van je hond niet kan oplopen.
Niet (te veel) denken, maar doen
Ga niet eerst alles verstandelijk analyseren en afwegen, maar handel gewoon.
Hoe langer jij nadenkt, des te meer je achter de feiten aanhobbelt. En des te lastiger het is, om de gestegen opwinding weer te temperen. (De opwinding van een hond kan van 0 naar 10 gaan in a split second!)
Bedenk dat jouw énige missie is, om deze situatie zo relaxed mogelijk te laten verlopen, voor alle partijen.
Niets meer & niks minder.
Laat die focus je acties bepalen. En neem voor jezelf niet met minder genoegen!
Dus neem je hond “bij het handje” & geef hem de aandacht en begeleiding, die hij op dat moment van je nodig heeft.
(Soms kan het zo simpel zijn als je hond gewoon even rustig te laten zitten, tot de andere hond gepasseerd is, waarbij je de aandacht van je hond zo nodig even afleidt.)
4. Houd jezelf zo kalm en doortastend mogelijk, wat er ook gebeurt.
Je wilt dat je hond zich aan jou kan spiegelen; dat je een “anker van rust” voor hem bent.
Als jij twijfelt, gefrustreerd raakt of in paniek, dan heeft dat onherroepelijk z’n effect op het gedrag van je hond. En vanaf dat punt draag je bij aan het probleem, in plaats van aan de oplossing.
Gespannen? Adem uit!
Let dus goed op je eigen gemoedstoestand.
En neem even een moment om diep te zuchten, als je merkt dat jouw eigen onrust/spanning de kop op steekt.
Plak vervolgens een glimlach op je gezicht en doe wat je moet doen.
5. Zorg voor een strategie.
Je weet over het algemeen welke situaties vervelend kunnen zijn of worden. Als je vooraf bepaalt hoe je gaat reageren, als een dergelijke situatie zich voordoet, dan hoef je daar niet over na te denken, als het erop aankomt.
En dit maakt dat je relaxter wandelt & meer doortastend op kan treden.
Bedenk dat “plan van aanpak” voordat je aan de wandeling begint. Bijvoorbeeld als je aan de koffie zit en alle tijd hebt, om dingen rustig te overdenken.
En belangrijk: houd je ook aan deze strategie!
Na afloop van de wandeling ga je pas evalueren en bepalen wat er een volgend keer beter kan.
6. Begin de wandeling goed
Zorg ervoor dat je hond en jij lekker relaxed zijn, voordat je aan de wandeling begint.
Als je hond al opgewonden is, voordat jullie aan de wandeling beginnen, dan zal die opwinding zich uiten in z’n gedrag. Dat kan niet anders.
Neem er dus bewust even rustig de tijd voor om hem te kalmeren.
En blijf dit doen zo vaak & zo lang als nodig is. (Geloof me, dit hoeft niet langer te duren dan een paar minuutjes…!)
Begeleid hem in dit proces.
7. Temper elke vorm van stijgende opwinding
Een ontspannen hond is in harmonie met z’n omgeving en zal geen behoefte hebben om uit te vallen.
De voortdurende uitdaging waar we ons als hondenbezitter voor geplaatst zien, is om onze hond zo relaxed mogelijk te houden, ongeacht de situatie.
Als dit jouw missie is, dan weet je ook wanneer er iets gebeurt dat niet in lijn ligt met dit doel.
Het maakt niet uit waaròm je hond op een bepaald moment gespannen wordt. Als hij – om welke reden dan ook – (te) opgewonden wordt, dan help je hem weer te kalmeren.
Vraag je daarom niet eerst af waar je hond op reageert, want dan loop je al snel achter de feiten aan & escaleert de opwinding verder. En dat is voor niemand fijn.
Eerst zijn opwinding rustig temperen & dan pas vraag je je af wat de oorzaak is.
8. Loop niet in een rechte lijn op een andere hond af.
Als twee honden elkaar tegemoet lopen – bijvoorbeeld omdat jullie nu eenmaal op dezelfde stoep wandelen – dan creëer je een potentieel lastige situatie. Want wat gebeurt er…?
De honden maken op afstand al oogcontact met elkaar. En met elke meter die ze afleggen, zal dat oogcontact intenser worden. Bovendien wordt er over & weer door beide partijen gecommuniceerd met lichaamstaal.
Creëer wat ruimte
Doordat jouw hond aangelijnd is, en hij dus geen vrije keuze heeft in hoe hij met de situatie omgaat, zal bij hem de spanning steeds verder oplopen. Net als bij de andere partij.
En tegen de tijd dat de beide honden dan bij elkaar komen, is die spanning inmiddels zo hoog opgelopen, dat hij de impuls niet zal kunnen beheersen om naar de ander uit te vallen. Je hond heeft voor z’n gevoel simpelweg geen andere keuze.
Als je als hond in een situatie wordt geplaats, waar je niet in wilt zitten, en vluchten is onmogelijk omdat je aan de riem zit, dan is vechten (of in elk geval bluffen) je beste optie.
Door je zo “voor te sorteren”, dat er bij het passeren voldoende ruimte is voor een veilige doorgang – waarbij jij jezelf ook nog eens als buffer positioneert, tussen jouw hond & degene die je tegemoet loopt – zorg je ervoor dat spanning niet onnodig op hoeft te lopen.
En houd hierbij zoveel mogelijk rekening met de ruimte, waar jouw hond behoefte aan heeft.
Veel sukses & houd me weer op de hoogte van jullie ervaringen!